Standsuitgaven: motorjachten

1.a.2) Standsuitgaven: motorjachten

Of je als IB-ondernemer de kosten van pleziervaartuigen mag aftrekken oordeelde Hof ‘s – Gravenhage, 30 augustus 1984, nr. 35/84, BNB 1986/197 als volgt: de kosten van een luxe motorjacht zijn als standsuitgaven niet aftrekbaar. Daarbij merkte het Hof alleen de aftrek van de kosten van het pleziervaartuig zelf aan als standsuitgaven. De overige aan boord gemaakte kosten vielen daar niet onder. Dit kwam namelijk omdat deze kosten een overwegend zakelijk karakter hadden. Immers deze wel aftrekbare kosten waren in casu gemaakt aan de cliënten, zakelijke relaties en personeel van de BV tijdens hun verblijf aan boord.

Dat betekent dat wanneer je als IB-ondernemer in privé een luxe motorjacht houdt en gebruikt, dat deze kosten van het pleziervaartuig niet als kosten van een onderneming gelden en derhalve deze kosten worden gezien als standsuitgaven, welke niet aftrekbaar zijn van uw fiscale winst.

Let wel, het is goed mogelijk dat de overige aan boord gemaakte kosten, wel aftrekbaar zijn van de fiscale winst indien deze een zakelijk karakter hebben. Dit is dus bijvoorbeeld het geval wanneer deze kosten zijn gemaakt aan de cliënten, de zakelijke relaties en het personeel van de BV tijdens hun verblijf aan boord. De kosten die kunnen worden toegerekend aan de vrienden en kennissen uit uw privékring zijn daarentegen weer niet aftrekbaar. Er vindt dan een splitsing plaats naar zakelijke en privékosten ten aanzien van de aan boord gemaakte kosten.

DutchEnglish