Standsuitgaven: kleding

1.a.4) Standsuitgaven: kleding

Aanschaf van representatieve kleding door u als IB-ondernemer kan ook onder standsuitgaven vallen indien sprake is van persoonlijke behoeftebevrediging. Echter hier is niet snel sprake van.

Het criterium dat moet worden toegepast volgens het hof is:

Uitgaven ten aanzien van kleding door de IB-ondernemer zijn van de fiscale winst aftrekbaar, als sprake is dat de aanschaf van deze kleding wenselijk is voor de goede vervulling van zijn taak en het een uitgave betreft waaraan hij zich in zijn functie redelijkerwijze niet kan onttrekken.

Indien dit het geval is, dan worden de uitgaven ten aanzien van kleding door u als IB-ondernemer gezien als zakelijke kosten, waardoor deze aftrekbaar zijn. Het zijn dan ook geen standsuitgaven.

Hieronder een aantal cases uit de jurisprudentie die de toepassing van het bovenstaande criterium door de rechter voor u verduidelijken :

Hof Arnhem 30 augustus 1977, nr. 152/1977

De kosten wegens extra slijtage aan kleding en schoeisel — van een zelfstandige tijdschriftenbezorger — kunnen in mindering worden gebracht op de winst.

Hof Amsterdam 13 april 1972, nr. 694/1971

Belanghebbende is directeur van een verzekeringsmaatschappij en commissaris van een dochtermaatschappij, welke nauwe contacten heeft met een golfclub. Belanghebbende woont in een andere provincie dan die waar de golfclub is. Hij komt er nooit, maar voelt zich als commissaris der dochtermaatschappij verplicht lid te worden.

Hof: Kosten van jacquet zijn standsuitgaven voor de groep van personen waar belanghebbende maatschappelijk toe hoort.

Hof Arnhem 19 februari 1975, nr. 284/1974

Belanghebbende, voorzitter van de raad van bestuur van een groot concern, geeft met enige regelmaat thuis diners, die geheel in de zakelijke sfeer liggen. Zijn echtgenote treedt daarbij op als gastvrouw. Eventuele extra uitgaven voor haar kleding — ƒ 4500 in 1970 — zijn ‘standsuitgaven’.

Hof: Eventuele extra uitgaven voor de kleding van de gastvrouw — ƒ 4500 in 1970 — zijn ‘standsuitgaven’ en derhalve
niet aftrekbaar.

Hof ‘s-Hertogenbosch 12 mei 1961, nr. 8/1961, BNB 1961/375.

Het dragen van klerikale kleding is voor belanghebbende het gevolg van het behoren tot de geestelijke stand en vindt niet zijn oorzaak in de door hem uitgeoefende werkzaamheden als leraar; daarom geen kosten van verwerving en aftrekbaar, maar uitgaven tot het voeren van een zekere staat en daardoor niet aftrekbaar.

DutchEnglish