Geldsommen betaald aan de staat ter voorkoming van strafvervolging

Geldsommen betaald aan de staat ter voorkoming van strafvervolging in Nederland of ter voldoening aan een voorwaarde verbonden aan een besluit tot gratieverlening

We onderscheiden hier de volgende geldsommen:

a) transactie ter voorkoming van strafvervolging
b) gratie
c) schikking

Ad A) transactie ter voorkoming van strafvervolging

Wat onder punt 1 is gesteld ten aanzien van geldboeten opgelegd door een Nederlandse strafrechter, is grotendeels van overeenkomstige toepassing op geldsommen die worden betaald ter voorkoming van strafvervolging in het kader van een zgn. transactie.

In de sfeer van het verkeersrecht, maar ook daarbuiten, zoals in het kader van het economisch strafrecht, wordt veelvuldig van de transactie gebruik gemaakt ter voorkoming van strafvervolging.

Immers de hoogte van deze geldsommen is afgeleid van de geldboete die bij de veroordeling door de strafrechter zou zijn opgelegd. Zowel de geldboete als de transactie ter voorkoming van strafvervolging strekken er toe om strafbaar gedrag van een passende vermogenssanctie te voorzien. Derhalve is de transactie ter voorkoming van strafvervolging niet aftrekbaar van de fiscale winst.

Ad B) gratie

Bij omzetting van een gevangenisstraf in een geldboete bij wege van gratie, dan wordt deze betaling als een door de Nederlandse strafrechter opgelegde boete aangemerkt. Dit gebeurt in de praktijk door de betaling van een bepaalde geldsom aan de staat als voorwaarde te verbinden aan het besluit tot gratieverlening. Dat betekent dat de geldboete bij wege van gratie niet aftrekbaar is van de fiscale winst en dus wordt opgeteld bij uw fiscale winst.

Ad C) schikking

Betalingen welke worden gedaan in de vorm van een schikking aan de staat als bedoeld in de zin van art. 511c Sv vallen onder de niet aftrekbare uitgaven. Deze betalingen in de vorm van een schikking zijn daardoor ook niet van de fiscale winst aftrekbaar . Maar verhogen juist de fiscale winst met het bedrag van de schikking.

Als de ondernemer een schadevergoeding aan de overheid moet betalen – bij een schikking, bij de Plukze-wetgeving – dan is die wél aftrekbaar. De schadevergoeding is er op gericht om het wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen: het eerder belaste voordeel wordt teniet gedaan.
De ondernemer die een zakelijke boete opgelegd krijgt, kan die niet als bedrijfskosten opvoeren. De wetgever heeft boetes nadrukkelijk uitgesloten van aftrek. Een boete heeft een bestraffend karakter, en daar past geen fiscale tegemoetkoming bij.
Heeft de boete een voordeelontnemend karakter, dan is een aftrek op de winst wél op zijn plaats. De ondernemer heeft wederrechtelijk een voordeel behaald, dat voordeel valt in zijn belastbare winst, en met de boete wordt hem dat onrechtmatig behaalde voordeel weer ontnomen.

DutchEnglish