Bestuurlijke boeten

Alle bestuurlijke boeten zijn niet van de fiscale winst aftrekbaar. Dit is op basis van eenzelfde argumenten als boetes opgelegd door de Nederlandse strafrechter, zie ook punt 1. Dat betekent dat deze boetes primair gericht zijn op het bestraffen van onrechtmatig handelen. Zij hebben dus een leed toevoegend karakter.

Echter een boete kan vaak ook bestraffend én voordeel ontnemend zijn. Dit is het geval indien de boete hoger wordt naarmate de ondernemer met de overtreding meer voordeel heeft behaald. Gesteld zou dan kunnen worden dat de boete met een voordeel ontnemend karakter voor dat gedeelte in aftrek op de fiscale winst kan worden gebracht.

Tot bestuurlijke boetes worden aangemerkt, boetes inzake:

de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR);
de Douanewet;
de Coördinatiewet Sociale Verzekering;
de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
de Mededingingswet;
de Arbeidsomstandighedenwet;
de Coördinatiewet Sociale Verzekering (premieheffing);
de Huursubsidiewet;
de Mediawet(reclamevoorschriften);
de Mediawet (omroepbijdragen);
de Pensioen- en spaarfondsenwet c.a.;
de Postwet;
de sociale verzekeringswetten (AOW;AKW; Anw; WW; ZW; TW; WAO; AAW; WAZ; Wajong);
de socialevoorzieningswetten (Abw; IOAW; IOAZ; Wet inkomensvoorziening kunstenaars );
de Tabakswet;
de Telecommunicatiewet;
de Warenwet;
de Wet geneesmiddelenprijzen;
de Wet inburgering nieuwkomers;
de Wet infectieziekten;
de Wet op de geneesmiddelenvoorziening;
de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties;
de Wet re-integratie gehandicapten;
de Wet verbetering poortwachter;
de Wet toezicht kredietwezen 1992;
de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;
de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf;
de Wet toezicht beleggingsinstellingen;
de Wet toezicht effectenverkeer 1995;
de Wet inzake de wisselkantoren;
de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996;
en de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994

DutchEnglish