Parkeerboeten en parkeerbonnen

De aftrekbeperking gold tot 2004 voor boeten en verhogingen opgelegd ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (parkeerboeten). Dit is vanaf 2004 uitgebreid met parkeerbonnen (en de kosten van wielklemmen) die vanwege een gemeente kunnen volgen op het niet-betalen van parkeergeld.

Daarnaast is in BNB 2007/309 beslist dat de hardheidsclausule niet kan worden toegepast indien een autoverhuurbedrijf ter zake van een overtreding door de huurder van een auto blijvend een sanctie beloopt.

Belangrijkste punten uit de Parlementaire behandeling

‘Ten slotte wordt in het bedoelde wetsvoorstel 20 329 voorgesteld om de handhaving van grote delen van het verkeersrecht buiten de sfeer van het strafrecht te brengen door invoering van een systeem van administratiefrechtelijke afdoening. Het gaat daarbij om dezelfde gedragingen als die waarvoor thans een transactie in handen van de politie mogelijk is. Ook de in dat kader voorziene geldsommen zijn van het bestaande transactiestelsel afgeleid. Het ligt dan ook voor de hand de bedoelde geldsommen in de toekomst op dezelfde voet te behandelen als de huidige transactiegelden. De eerder genoemde overwegingen voor opheffing van de fiscale aftrekbaarheid van geldboeten zijn hier van overeenkomstige toepassing.’
Kamerstukken II 1988/89, 20 857, nr. 3, p. 4 (MvT).

‘De leden van de CDA-fractie hebben terecht begrepen dat, nu de onder de werkingssfeer van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Stb. 1989, 300) vallende verkeersovertredingen niet meer door de Nederlandse strafrechter zullen worden afgedaan, zij daardoor naar onze mening niet minder strafwaardig worden vanwege het feit dat zij om redenen van doelmatigheid uit het strafrecht worden gelicht. Het gaat daarbij om dezelfde gedragingen als die waarvoor thans een transactie in handen van de politie mogelijk is. Anders dan bij de parkeerboeten, zo willen wij opmerken naar aanleiding van de vraag van de leden van de D66-fractie, verandert het karakter van deze handelingen niet nu zij ook in de toekomst verboden zullen blijven.’
Kamerstukken II 1988/89, 20 857, nr. 9, p. 5 (NVV).

‘De betrokken gedragingen blijven ook in het nieuwe systeem verboden, maar de afdoening zal op een minder bewerkelijke manier geschieden, om een aantal nadelen aan de bestaande afdoening bij wijze van overtreding weg te nemen. In zekere zin is het nieuwe systeem afgeleid van het bestaande overtredingensysteem. De aanbieding vaneen transactie door politie of openbaar ministerie wordt echter vervangen door de oplegging van een boete bij wijze van administratiefrechtelijke beschikking, waartegen de belanghebbende dan vervolgens bij de kantonrechter, optredend als administratieve rechter, in beroep kan komen. Dat verklaart, waarom is voorgesteld om de administratieve sancties uit dit systeem op dezelfde manier te behandelen als de geldboeten en transactievoorwaarden uit het strafrecht.’
Handelingen II 1988/89, 20 857, 10 mei 1990, p. 3643.

‘Een andere discrepantie is dat transacties en parkeerboeten ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften niet aftrekbaar (bij de ondernemer c.q. de vennootschap) dan wel onbelast vergoedbaar zijn (bij de werknemer) in tegenstelling tot parkeerbonnen (en de kosten van wielklemmen) die vanwege een gemeente kunnen volgen op het niet-betalen van parkeergeld. Om ook deze discrepantie weg te nemen wordt voorgesteld de kosten betreffende parkeerbonnen vanwege een gemeente (alsmede de kosten die samenhangen met het aanbrengen van een wielklem) van aftrek uit te sluiten en — in de sfeer van de loonbelasting — niet onbelast vergoedbaar te doen zijn.’
Kamerstukken II 2003/04, 29 035, nr. 3, p. 4 (MvT).

‘Om het strafrechtelijk apparaat te ontlasten is het systeem van strafrechtelijke parkeerboetes sinds 1994 gefiscaliseerd. Zodoende kregen gemeenten de mogelijkheid parkeertarieven te differentiëren en de handhaving van het betaald parkeren in eigen hand nemen (parkeerbeheer). Aan degene die parkeert zonder de verschuldigde parkeerbelasting te betalen, kan een (fiscale) naheffingsaanslag worden opgelegd. Het opleggen van een dergelijke beschikking door de gemeente op grond van artikel 234, zesde lid, van de Gemeentewet gaat gepaard met het in rekening brengen van de kosten die met die oplegging gemoeid zijn, alsmede met, zo nodig, het aanbrengen van een wielklem op grond van artikel 235 van de Gemeentewet. Voorgesteld wordt deze kosten en de kosten voor het aanbrengen van een wielklem van aftrek uit te sluiten. Het bedrag van de enkelvoudige parkeerbelasting blijft wel aftrekbaar.’
Kamerstukken II 2003/04, 29 035, nr. 3, p. 13 (MvT).

DutchEnglish